De wereld spelender wijs
Een andere visie op culturele vorming …

Samen zingen, rappen of gedichten voordragen met je groep? Gewoon doen!    

Het is onze ervaring dat leerlingen muziek graag in hun hele leven verweven, als ze er op een ontspannen manier mee kennis maken, bijvoorbeeld door te zingen.

Als er gezongen word, zal je merken dat de leerlingen steeds vaker naar liedjes en gedichten gaan verwijzen in hun gesprekken. Door het zingen van liedmateriaal groeit hun woordenschat, zowel de passieve als actieve woordenschat. 

Leerlingen zingen graag over onderwerpen waarvoor zij belangstelling hebben. Ze zingen graag eigentijdse liedjes, bijvoorbeeld popliedjes, maar ook traditionele volksliedjes, of nieuw materiaal speciaal voor hun leeftijdsgroep, onder andere van Kzing, worden graag gezongen. Zingen in een andere taal vinden kinderen helemaal spannend.

Vakoverstijgend bezig zijn

De inhoud van onze liedjes, is bijna altijd geschikt om vakoverstijgend bezig te zijn. Vaak nodigt het liedmateriaal uit om samen over een onderwerp te praten. Je moet immers wel begrijpen wat je zingt. Bij sommige liedjes hoort een spel, bij andere liedjes horen gebaren.

Stel niet te hoge eisen

Bij Kzing vinden we dat een docent niet per se geweldig moet kunnen zingen, om met de eigen groep te zingen. Het is natuurlijk prachtig als je inzet op het niveau van de zang, maar wij vinden dat het vooral belangrijk is dát er gezongen wordt. Wie durft te zingen, durft zijn/haar eigen stem te laten horen. Dat is de belangrijkste boodschap die je als docent kunt uitdragen. Plezier moet voorop staan, want dat vergroot de intrinsieke motivatie. Wat je graag doet, doe je bijna als vaker en ach, al doende leert men. 

Zet hardnekkige brommers tussen goed zingende kinderen, maar laat hen altijd meedoen en zeg nooit iets over het brommen. Wij hebben al zo vaak meegemaakt dat het dan helemaal goedkomt. Doe af en toe de sirene-oefening, zodat brommers ervaren dat zij hoger en lager met hun stem kunnen. Als je je echt heel erge zorgen maakt over het stemgebruik van een leerling (bijvoorbeeld omdat die leerling altijd hees is) zou je ouders/verzorgers hier naar kunnen vragen en met hen bespreken of dit misschien iets is dat met de huisarts besproken zou kunnen worden. 

Wanneer het je opvalt dat een leerling echt aanleg heeft om te zingen, kun je dit ook bij ouders aangeven, natuurlijk. Misschien is er voor zo’n leerling de mogelijkheid om op zangles te gaan, of om bij een koor, of musicalvereniging aan te haken. 

Voor veel leerlingen zijn de momenten waarop er gezellig samen in de groep gezongen wordt, voldoende. 

Onderzoekend leren 

Beschouw het samen zingen als een gezamenlijke zoektocht, waarbij iedereen zo goed mogelijk zijn of haar best doet. Je stelt samen de volgende vragen : 

  • Waar gaat de tekst van het lied over?
  • Wat voor sfeer heeft het lied? Welk gevoel hoort erbij?
Als je extra aandacht aan inhoud wil besteden, kan je een lied benaderen als gedicht. Je kan natuurlijk ook een aparte les over het voordragen van gedichten geven.
 

 Wat betreft zangtechniek neem je je samen voor :  

  • We gaan proberen alle woorden goed uit te spreken (articulatie)
  • We proberen de melodie zo goed mogelijk te zingen (zuiverheid)
  • We proberen om samen als een echt koor te klinken en daarom luisteren we goed naar elkaar, of iedereen precies tegelijk klinkt, of iedereen dezelfde woorden zingt en dezelfde melodie zingt.

Probeer woorden als “hoger” en “lager” en “sneller” en “langzamer” (en de andere parameters) te gebruiken en let er op of de woorden kort of lang aangehouden moeten worden. 

Voor- en nadoen

Wij zijn ons ervan bewust dat het tegenwoordig gebruikelijk is om een lied heel vaak voor te zingen, voordat leerlingen mee mogen doen. Natuurlijk vinden wij ook dat een lied een keer in zijn geheel moet worden voorgezongen, maar leerlingen willen meedoen! Als ze te lang moeten wachten, verliezen ze interesse en motivatie. In achttien jaar muziekonderwijs voor de groepen hebben wij ervaren dat korte stukjes voorzingen en daarna nazingen toch echt héél effectief is en veel betrokkenheid oplevert. Grote melodiefouten moet je natuurlijk wel meteen proberen recht te zetten, maar als dat niet meteen lukt, is er echt nog geen man overboord. Relax, het komt goed ! 

De eerste keer dat een lied aangeleerd wordt, wordt het als het ware in de grondverf gezet. Aan het einde van de les lijken de leerlingen het nog niet echt te beheersen. Maar: als je de dag erna het lied herhaalt, zal je ervan staan te kijken hoe goed de groep het al kan zingen.

In de volgende lessen kan je natuurlijk steeds kritischer op het resultaat worden.

Je ondersteunt het lied met gebaren : 

Het maken van gebaren tijdens het zingen, helpt de leerlingen. Dat kunnen zowel gebaren zijn die bij de liedtekst passen, als gebaren die aangeven of kinderen omhoog of omlaag moeten gaan met de stem. Soms kan er een hele “choreografie” voor de handen gemaakt worden. Dan maken de leerlingen het hele lied door gebaren bij de tekst. Op die manier wordt er ook bewogen tijdens het zingen. Ook kan het uitbeelden van emoties, iets toevoegen aan een lied. Het helpt zeker bij de inleving.

Onderschat uw leerlingen niet

Hoe ouder de leerling, hoe meer eisen er gesteld kunnen worden aan de moeilijkheidsgraad van de liederen. Oudere kinderen hebben een langere adem en kunnen lastige ritmes beter aan. Ook kunnen zij bijvoorbeeld in het Engels zingen en soms lukt het zelfs om in canon te zingen. Maar: onderschat de leerlingen niet. Zij kunnen meer aan dan je denkt! Dat hebben we al zo vaak mogen ervaren. 

Als je zelf muzikaal vaardig bent, kan je natuurlijk aan de gang gaan met meerstemmigheid. Je kan canon zingen, of met doedels laten begeleiden. Maar dan leg je de lat voor jezelf best hoog. Zet daarom in eerste instantie in op samen dezelfde melodie zingen. Als de groep dat goed kan, is de basis gelegd voor plezier in zingen en musiceren. 

Maar, we kunnen het niet vaak genoeg herhalen : laat je niet gek maken. Gewoon vaak samen een liedje zingen, is ook goed genoeg !